Vertaling van everybody
ieder
iedereen
al
elkeen
iegelijk
Voorbeelden in zinsverband
Everybody laughed.
Iedereen lachte.
Everybody wishes for happiness.
Iedereen wenst voor geluk
Everybody likes him.
Hij is door iedereen graag gezien.
Everybody knows that.
Iedereen weet dat.
Everybody must know.
Iedereen moet het weten.
Everybody has weaknesses.
Iedereen heeft zwakheden.
Good night, everybody!
Slaapwel iedereen!
Tom hates everybody.
Tom heeft een hekel aan iedereen.
Everybody wants to be happy.
Iedereen wil gelukkig zijn.
His stupid answer surprised everybody.
Zijn domme antwoord verbaasde iedereen.
Everybody speaks well of him.
Iedereen spreekt goed over hem.
Everybody wanted me to do it.
Iedereen wilde dat ik het deed.
The boy was laughed at by everybody.
De jongen werd door iedereen uitgelachen.
At the party, everybody was well-dressed.
Op het feest, was iedereen goed gekleed.
Everybody needs something to believe in.
Iedereen heeft iets nodig om in te geloven.