Vertaling van exacting
Inhoud:
Engels
Nederlands
exacting, importunate, insistent, unreasonable, assertive {bn.}
veeleisend
challenging, exacting, formidable, hard, heavy, tough, arduous {bn.}
moeilijk
moeitevol
moeizaam
zuur
zwaar
moeitevol
moeizaam
zuur
zwaar
exacting, exigent {bn.}
kieskeurig
veeleisend
veeleisend
to demand, to postulate, to require, to charge, to claim, to dictate, to exact, to mandate, to assert {ww.}
Industrial countries require a lot of skilled labor.
Industriële landen vereisen veel behendige arbeid.
to exact, to requisition, to seize {ww.}
vorderen
opvorderen
rekwireren
opvorderen
rekwireren