Vertaling van excuse
verschonen
excuseren
I excuse
you excuse
we excuse
ik verontschuldig
jij verontschuldigt
wij verontschuldigen
» meer vervoegingen van verontschuldigen
I excuse
you excuse
we excuse
ik rechtvaardig
jij rechtvaardigt
wij rechtvaardigen
» meer vervoegingen van rechtvaardigen
wettiging
motivering
verschoning
verontschuldiging
begenadigen
I excuse
you excuse
we excuse
ik vergeef
jij vergeeft
wij vergeven
» meer vervoegingen van vergeven
absolveren
vrijspreken
verontschuldigen
verschonen
excuseren
I excuse
you excuse
we excuse
ik absolveer
jij absolveert
wij absolveren
» meer vervoegingen van absolveren
I excuse
you excuse
we excuse
ik verknal
jij verknalt
wij verknallen
» meer vervoegingen van verknallen
verontschuldiging
pretext
voorwendsel
dekmantel
I excuse
you excuse
we excuse
ik verontschuldig
jij verontschuldigt
wij verontschuldigen
» meer vervoegingen van verontschuldigen
Voorbeelden in zinsverband
Excuse me?
Wablieft?
Excuse me, I'm lost.
Pardon, ik ben verdwaald.
Excuse me. Where is the bakery?
Excuseer. Waar is de bakkerij?
Excuse me, what time is it?
Pardon, hoe laat is het?
Please excuse me, I have to leave.
Neem mij niet kwalijk, ik moet vertrekken.
Excuse me, may I come in?
Neem me niet kwalijk, mag ik binnen komen?
There is no excuse for his delay.
Er is geen excuus voor zijn te laat komen.
I have to excuse myself to Ann.
Ik moet mijn verontschuldigingen aanbieden aan Ann.
Excuse me, could you pass me the sugar?
Neemt u me niet kwalijk, kunt u me de suiker aangeven?
It is no use making an excuse like that.
Het heeft geen zin om zo'n smoes te gebruiken.
No matter what the excuse, he is to be blamed.
Ongeacht wat het excuus is, hij is te wijten.
Excuse me! (before asking someone)
Pardon
Excuse me, but would you please tell me the way to the post office?
Excuseert u mij, kunt u mij de weg naar het postkantoor wijzen?