Vertaling van expedite

Inhoud:

Engels
Nederlands
to accelerate, to expedite, to hasten, to quicken, to speed up {ww.}
versnellen
haasten

I expedite
you expedite
we expedite

ik versnel
jij versnelt
wij versnellen
» meer vervoegingen van versnellen

to conclude, to dispatch, to expedite, to finish, to settle {ww.}
afhandelen 
afwikkelen
afdoen

I expedite
you expedite
we expedite

ik handel af
jij handelt af
wij handelen af
» meer vervoegingen van afhandelen



Gerelateerd aan expedite

accelerate - hasten - quicken - speed up - conclude - dispatch - finish - settle