Vertaling van expel

Inhoud:

Engels

Nederlands

to expel, to kick out, to throw out {ww.}

uitzetten
uitwijzen

I expel
you expel
we expel

ik zet uit
jij zet uit
wij zetten uit
» meer vervoegingen van uitzetten

to discharge, to dismiss, to fire, to sack, to oust, to remove, to expel {ww.}

ontslaan
royeren
ontzetten

I expel
you expel
we expel

ik ontsla
jij ontslaat
wij ontslaan
» meer vervoegingen van ontslaan

They had to fire 300 men at the factory.

Ze moesten driehonderd mannen ontslaan in de fabriek.

to drive out, to banish, to expel, to oust {ww.}

verbannen
uitwijzen
uitdrijven
uitjagen
naar buiten jagen

I expel
you expel
we expel

ik verban
jij verbant
wij verbannen
» meer vervoegingen van verbannen

to chase away, to drive away, to expel, to repel {ww.}

wegjagen
wegdrijven
verdrijven
verjagen
uitdrijven

I expel
you expel
we expel

ik jaag weg
jij jaagt weg
wij jagen weg
» meer vervoegingen van wegjagen

to expel, to kick out, to throw out {ww.}

royeren

I expel
you expel
we expel

ik royeer
jij royeert
wij royeren
» meer vervoegingen van royeren

to boot out, to drum out, to expel, to kick out, to oust, to throw out {ww.}

verdringen

I expel
you expel
we expel

ik verdring
jij verdringt
wij verdringen
» meer vervoegingen van verdringen

to boot out, to drum out, to expel, to kick out, to oust, to throw out {ww.}

onttronen

I expel
you expel
we expel

ik onttroon
jij onttroont
wij onttronen
» meer vervoegingen van onttronen