Vertaling van face
vlak
I face
you face
we face
ik overtrek
jij overtrekt
wij overtrekken
» meer vervoegingen van overtrekken
oppervlakte
I face
you face
we face
ik blindeer
jij blindeert
wij blinderen
» meer vervoegingen van blinderen
I face
you face
we face
ik confronteer
jij confronteert
wij confronteren
» meer vervoegingen van confronteren
I face
you face
we face
ik beschoei
jij beschoeit
wij beschoeien
» meer vervoegingen van beschoeien
Voorbeelden in zinsverband
Her face turned red.
Zijn gezicht werd rood.
She slapped his face.
Zij sloeg hem in het gezicht.
Wash your face.
Was je gezicht.
Anger showed on his face.
Woede tekende zich af op zijn gezicht.
The father washes his face.
De vader wast zijn gezicht.
Wash your face and hands.
Was je gezicht en je handen.
Her face suddenly turned red.
Haar gezicht werd plotseling rood.
He wiped the sweat off his face.
Hij veegde het zweet van zijn gezicht af.
The clown made a funny face.
De clown trok een grappig gezicht.
Ryoko has a cute little face.
Ryoko heeft een schattig klein gezicht.
She slapped him in the face.
Zij sloeg hem in het gezicht.
Her face was the color of chalk.
Ze zag zo bleek als een doek.
Tom punched him in the face.
Tom stompte hem in het gezicht.
I wash my face every morning.
Ik was mijn gezicht iedere ochtend.
I always wash my face with soap and water.
Ik was altijd mijn gezicht met water en zeep.