Vertaling van falls
he/she/it falls
hij/zij/het valt af
» meer vervoegingen van afvallen
he/she/it falls
hij/zij/het valt
» meer vervoegingen van vallen
he/she/it falls
hij/zij/het neemt af
» meer vervoegingen van afnemen
he/she/it falls
hij/zij/het ondergaat
» meer vervoegingen van ondergaan
he/she/it falls
hij/zij/het mindert
» meer vervoegingen van minderen
he/she/it falls
hij/zij/het daalt
» meer vervoegingen van dalen
he/she/it falls
hij/zij/het valt
» meer vervoegingen van vallen
bliksemen
duvelen
kletteren
kukelen
neerkletteren
ploffen
sodemieteren
lazeren
mieteren
donderen
flikkeren
he/she/it falls
hij/zij/het valt
» meer vervoegingen van vallen
he/she/it falls
hij/zij/het zakt
» meer vervoegingen van zakken
sneven
vallen
he/she/it falls
hij/zij/het sneuvelt
» meer vervoegingen van sneuvelen
he/she/it falls
hij/zij/het smakt
» meer vervoegingen van smakken
he/she/it falls
hij/zij/het daalt neer
» meer vervoegingen van neerdalen
he/she/it falls
hij/zij/het klimt af
» meer vervoegingen van afklimmen
he/she/it falls
hij/zij/het slaat neer
» meer vervoegingen van neerslaan
he/she/it falls
hij/zij/het gaat af
» meer vervoegingen van afgaan
he/she/it falls
hij/zij/het hangt
» meer vervoegingen van hangen
teruglopen
afnemen
slabakken
verminderen
minderen
he/she/it falls
hij/zij/het loopt achteruit
» meer vervoegingen van achteruitlopen
he/she/it falls
hij/zij/het valt
» meer vervoegingen van vallen
he/she/it falls
hij/zij/het valt
» meer vervoegingen van vallen
he/she/it falls
hij/zij/het valt
» meer vervoegingen van vallen
he/she/it falls
hij/zij/het vervalt
» meer vervoegingen van vervallen
he/she/it falls
hij/zij/het zakt
» meer vervoegingen van zakken
he/she/it falls
hij/zij/het komt neer
» meer vervoegingen van neerkomen
Voorbeelden in zinsverband
It falls on Sunday.
Het valt op zondag.
He often falls in love.
Hij wordt vaak verliefd.
The night falls fast in winter.
In de winter wordt het vroeg donker.
My father's birthday falls on Sunday this year.
Mijn vaders verjaardag valt dit jaar op een zondag.
My father often falls asleep while watching TV.
Mijn vader valt vaak in slaap voor de TV.
In Esperanto, the main stress always falls on the second-to-last syllable.
In het Esperanto valt het woordaccent altijd op de voorlaatste lettergreep.