Vertaling van false

Inhoud:

Engels
Nederlands
false, fake, mock, spurious, bad {bn.}
bedrieglijk
dubbelhartig
loos
onecht
onwaar 
vals 
vervalst
false, untrue {bn.}
onwaar 
false, untrue {bn.}
onwaar 
false, mistaken {bn.}
verraderlijk
wrong, fallacious, false, illegitimate, incorrect, unsound {bn.}
ongegrond 
ongelijk hebbend
false, mistaken {bn.}
leugenachtig


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Both claims are false.

Beide beweringen zijn onjuist.

True or false?

Waar of niet waar?

He was disqualified after a false start.

Hij werd gediskwalificeerd na een valse start.

Today, we had two false alarms.

We hadden vandaag twee keer loos alarm.

The rumor of her death turned out false.

Het gerucht over haar dood bleek niet waar te zijn.

She was disqualified from the race for two false starts.

Ze werd gediskwalificeerd van de race wegens twee valse starts.

What she said turned out to be false.

Wat zij zei bleek niet waar te zijn.

If you look carefully, you'll see that the box has a false bottom.

Als je goed kijkt dan zie je dat de doos een valse bodem heeft.

The witnesses were able to refute the false testimony of the suspect.

De getuigen konden de valse verklaring van de verdachte weerleggen.


Gerelateerd aan false

fake - mock - spurious - bad - untrue - mistaken - wrong - fallacious - illegitimate - incorrect - unsoundhazardous - doubtful