Vertaling van fat
corpulent
dikbuikig
zwaarlijvig
gezet
zwaarlijvig
I fat
you fat
we fat
ik zet aan
jij zet aan
wij zetten aan
» meer vervoegingen van aanzetten
I fat
you fat
we fat
ik mest
jij mest
wij mesten
» meer vervoegingen van mesten
lijvig
Voorbeelden in zinsverband
The woman is fat.
De vrouw is dik.
I'm so fat.
Ik ben zo dik.
You've grown fat.
Je bent dik geworden.
Tom has 7% body fat.
Tom heeft 7% lichaamsvet.
If you eat too much, you'll get fat.
Als je teveel eet, word je dik.
If you eat that much, you'll get fat.
Als je zoveel eet, zal je dik worden.
His voice is thin even though he is fat.
Zijn stem is iel, hoewel hijzelf dik is.
Is it possible that King Albert has a secret relationship with Princess Diana? I don't believe so. He's too fat.
Zou Koning Albert een geheime relatie hebben met Prinses Diana? Ik geloof van niet. Hij is te dik.