Vertaling van fear
vrees
duchten
I fear
you fear
we fear
ik vrees
jij vreest
wij vrezen
» meer vervoegingen van vrezen
I fear
you fear
we fear
ik vereer
jij vereert
wij vereren
» meer vervoegingen van vereren
terugschrikken voor
duchten
schromen
bang zijn voor
I fear
you fear
we fear
ik vrees
jij vreest
wij vrezen
» meer vervoegingen van vrezen
I fear
you fear
we fear
ik eer
jij eert
wij eren
» meer vervoegingen van eren
I fear
you fear
we fear
ik vrees
jij vreest
wij vrezen
» meer vervoegingen van vrezen
ongerustheid
beduchtheid
vrees
schrik
benauwdheid
beklemming
bangheid
angstgevoel
schrikken
I fear
you fear
we fear
ik verschiet
jij verschiet
wij verschieten
» meer vervoegingen van verschieten
aanhikken
opkijken
I fear
you fear
we fear
ik zie op
jij ziet op
wij zien op
» meer vervoegingen van opzien
Voorbeelden in zinsverband
Fear not because there is nothing to fear.
Vrees niet, want er is niets te vrezen.
That boy showed no fear.
Die jongen toonde geen angst.
There is nothing to fear.
Er is niks om bang voor te zijn.
I have a fear of the dark.
Ik ben bang voor het donker.
Fear of communism was very strong at that time.
De angst voor het communisme was toen erg sterk.
She tried in vain to conceal her fear.
Ze probeerde haar angst tevergeefs te verbergen.
Do not fear the unexpected, but be prepared for it.
Vrees niet het onverwachte, maar wees erop voorbereid.
I fear this work will take up most of my time.
Ik vrees dat dit werk het meeste van mijn tijd zal opeisen.
I didn't tell him the truth for fear he would get angry.
Ik heb hem niet de waarheid verteld, omdat ik bang was dat hij boos zou worden.
"Hippopotomonstrosesquipedaliophobia is quite a long word, isn't it?" "Yes, but do you know what it means?" "Actually, I don't." "It means fear of long words." "How ironic."
"Hippopotomonstrosesquipedaliofobie is een lang woord, hè?" "Ja, maar weet je wat het betekent?" "Nee, eigenlijk niet." "Het betekent angst voor lange woorden." "Wat ironisch."