Vertaling van feel
I feel
you feel
we feel
ik tast af
jij tast af
wij tasten af
» meer vervoegingen van aftasten
I feel
you feel
we feel
ik voel
jij voelt
wij voelen
» meer vervoegingen van voelen
I feel
you feel
we feel
ik voel
jij voelt
wij voelen
» meer vervoegingen van voelen
I feel
you feel
we feel
ik vind
jij vindt
wij vinden
» meer vervoegingen van vinden
Voorbeelden in zinsverband
I feel good today.
Vandaag gaat het mij goed.
I feel flattered.
Ik voel me gevleid.
Don't you feel cold?
Hebt ge het niet koud?
I feel relieved.
Ik voel mij opgelucht.
I feel better today.
Ik voel me beter vandaag.
How do you feel?
Hoe voel je je?
I feel guilty.
Ik voel me schuldig.
I feel cold.
Ik heb het koud.
I feel for you.
Ik heb met je te doen.
I feel tired.
Ik voel me moe.
Do you feel sick?
Voel je je ziek?
Tom doesn't feel like eating.
Tom heeft geen zin in eten.
I feel sorry for her.
Ik heb medelijden met haar.
I feel much better already.
Ik voel mij al veel beter.
I understand how you feel.
Ik begrijp hoe je je voelt.