Vertaling van finished
op
I finished
you finished
he/she/it finished
ik appreteerde
jij appreteerde
hij/zij/het appreteerde
» meer vervoegingen van appreteren
I finished
you finished
he/she/it finished
ik volbracht
jij volbracht
hij/zij/het volbracht
» meer vervoegingen van volbrengen
I finished
you finished
he/she/it finished
ik raakte uit
jij raakte uit
hij/zij/het raakte uit
» meer vervoegingen van uitraken
I finished
you finished
he/she/it finished
ik beëindigde
jij beëindigde
hij/zij/het beëindigde
» meer vervoegingen van beëindigen
I finished
you finished
he/she/it finished
ik werkte uit
jij werkte uit
hij/zij/het werkte uit
» meer vervoegingen van uitwerken
I finished
you finished
he/she/it finished
ik voltooide
jij voltooide
hij/zij/het voltooide
» meer vervoegingen van voltooien
I finished
you finished
he/she/it finished
ik bereidde
jij bereidde
hij/zij/het bereidde
» meer vervoegingen van bereiden
I finished
you finished
he/she/it finished
ik tikte aan
jij tikte aan
hij/zij/het tikte aan
» meer vervoegingen van aantikken
I finished
you finished
he/she/it finished
ik deed af
jij deed af
hij/zij/het deed af
» meer vervoegingen van afdoen
I finished
you finished
he/she/it finished
ik werkte af
jij werkte af
hij/zij/het werkte af
» meer vervoegingen van afwerken
I finished
you finished
he/she/it finished
ik werkte af
jij werkte af
hij/zij/het werkte af
» meer vervoegingen van afwerken
I finished
you finished
he/she/it finished
ik vulde aan
jij vulde aan
hij/zij/het vulde aan
» meer vervoegingen van aanvullen
Voorbeelden in zinsverband
Have you finished?
Ben je klaar?
My work is finished.
Mijn werk is gedaan.
I finished the work.
Ik heb het werk afgemaakt.
Tom finished second.
Tom eindigde als tweede.
She finished writing a letter.
Ze is klaar met het schrijven van een brief.
I've already finished my work.
Ik ben al klaar met mijn werk.
My homework was finally finished.
Mijn huiswerk is eindelijk klaar.
I have just finished eating.
Ik ben net klaar met eten.
Have you finished doing your homework yet?
Hebt gij uw huiswerk al af?
I have already finished this book.
Ik heb dit boek al uit.
I have just finished my homework.
Ik heb zojuist mijn huiswerk afgemaakt.
I have not finished my homework yet.
Ik ben nog niet klaar met mijn huiswerk.
Have you finished your homework yet?
Hebt gij uw huiswerk al af?
I have finished cleaning my room.
Ik ben klaar met mijn kamer te kuisen.
Has she finished her work yet?
Heeft ze haar werk al af?