Vertaling van finishing off
Inhoud:
Engels
Nederlands
to finish {ww.}
appreteren
to accomplish, to achieve, to finish, to consummate, to output, to perform, to produce {ww.}
Without her help, I could not finish my task.
Zonder haar hulp kon ik mijn opdracht niet volbrengen.
The task is so difficult that I cannot accomplish it.
De taak is zo moeilijk dat ik het niet kan volbrengen.
to end, to finish, to terminate, to conclude {ww.}
I will finish this work somehow.
Ik zal dit werk op een of andere manier afmaken.
I suggested that we end the meeting.
Ik stelde voor de vergadering te beëindigen.
My father will prepare a tasty meal for me tomorrow.
Mijn vader zal morgen lekker eten voor mij klaarmaken.
You need not prepare a formal speech.
Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
to finish {ww.}
aantikken
I am finishing
I am finishing
I am finishing