Vertaling van fishing-rod
Inhoud:
Engels
Nederlands
to fish, to angle {ww.}
vissen
They can fish.
Zij kunnen vissen.
He loves to fish.
Hij houdt van vissen.
to fish {ww.}
vissen
She loves to fish.
Zij houdt erg van vissen.
Fish live in the water.
Vissen leven in het water.
to fish {ww.}
bevissen
to fish {ww.}
visvangst