Vertaling van fizzle
Inhoud:
Engels
Nederlands
to fizzle, to fizzle out, to peter out, to taper off {ww.}
verwateren
I fizzle
you fizzle
we fizzle
ik verwater
jij verwatert
wij verwateren
» meer vervoegingen van verwateren
to fizzle, to fizzle out, to peter out, to taper off {ww.}
verwatering
to fizzle, to fizzle out, to peter out, to taper off {ww.}
doodlopen
verzanden
verzanden
I fizzle
you fizzle
we fizzle
ik loop dood
jij loopt dood
wij lopen dood
» meer vervoegingen van doodlopen
to fizzle, to fizzle out, to peter out, to taper off {ww.}
doodlopen
I fizzle
you fizzle
we fizzle
ik loop dood
jij loopt dood
wij lopen dood
» meer vervoegingen van doodlopen
fizzle, hiss, hissing, hushing, sibilation {zn.}
fluitconcert
fizzle, hiss, hissing, hushing, sibilation {zn.}
fluitconcert