Vertaling van flaming

Inhoud:

Engels
Nederlands
to flame, to flare {ww.}
vlam vatten
ontvlammen
to flame {ww.}
vlammen
laaien
fiery, flaming {bn.}
ontvlambaar
fire, flame, flaming {zn.}
vlam [m] (de ~)
The curtain caught fire.
Het gordijn heeft vlam gevat.
Sulfur burns with a blue flame.
Zwavel brandt met een blauwe vlam.
fire, flame, flaming {zn.}
vuur [o] (het ~)
The fire is out.
Het vuur is uitgegaan.
Kill it with fire!
Dood het met vuur!
fiery, flaming {bn.}
vulkanisch


Gerelateerd aan flaming

flame - flare - fiery - firecapable - phenomenon - element - passionate