Vertaling van flavour
Inhoud:
Engels
Nederlands
to flavour, to season {ww.}
op smaak brengen
kruiden
kruiden
taste, flavour, liking, savour {zn.}
smaak
Vinegar has a sharp taste.
Azijn heeft een scherpe smaak.
There's no accounting for taste.
Over smaak valt niet te twisten.
to spice, to flavour, to season {ww.}
kruiden
flavor, flavour, nip, relish, sapidity, savor, savour, smack, tang {zn.}
smaakje
bijsmaak
bijsmaak
to flavor, to flavour, to season {ww.}
aromatiseren
kruiden
kruiden