Vertaling van flounders
Inhoud:
Engels
Nederlands
flounders {zn.}
schollen
to flounder, to struggle, to writhe, to thrash about {ww.}
worstelen
zich aftobben
spartelen
zich aftobben
spartelen
he/she/it flounders
hij/zij/het worstelt
» meer vervoegingen van worstelen