Vertaling van flowers
he/she/it flowers
hij/zij/het bloeit
» meer vervoegingen van bloeien
he/she/it flowers
hij/zij/het bloeit
» meer vervoegingen van bloeien
he/she/it flowers
hij/zij/het knopt
» meer vervoegingen van knoppen
he/she/it flowers
hij/zij/het groeit uit
» meer vervoegingen van uitgroeien
Voorbeelden in zinsverband
I bought nine flowers.
Ik kocht negen bloemen.
She picked flowers.
Zij plukte bloemen.
The child painted flowers.
Het kind schilderde bloemen.
She says she likes flowers.
Ze zegt dat ze van bloemen houdt.
Why did you buy flowers?
Waarom heb je bloemen gekocht?
I like studying wild flowers.
Ik bestudeer graag wilde bloemen.
Why are you drawing flowers?
Waarom teken je bloemen?
Are you interested in flowers?
Interesseren bloemen u?
All those flowers look alike.
Deze bloemen lijken allemaal op elkaar.
The flowers have all withered.
De bloemen zijn allemaal verwelkt.
Happy are those who love flowers.
Blij zijn zij die van bloemen houden.
He knows a lot about flowers.
Hij weet veel van bloemen.
She has flowers in her hand.
Ze heeft bloemen in haar hand.
Pretty flowers do not necessarily smell sweet.
Mooie bloemen ruiken niet noodzakelijk zoet.
She grows many kinds of flowers.
Ze kweekt veel soorten bloemen.