Vertaling van flutter

Inhoud:

Engels
Nederlands
flutter, vibration {zn.}
vibratie [v]
trilling [v]
to flutter, to palpitate {ww.}
bonzen
bonken

I flutter
you flutter
we flutter

ik bons
jij bonst
wij bonzen
» meer vervoegingen van bonzen

to flirt, to flit, to flutter, to wave {ww.}
aan de scharrel zijn
fladderen 
flirten
scharrelen
wapperen

I flutter
you flutter
we flutter

ik fladder
jij fladdert
wij fladderen
» meer vervoegingen van fladderen

to flutter, to palpitate {ww.}
palpiteren

they flutter

zij palpiteren
» meer vervoegingen van palpiteren

agitation, commotion, disturbance, excitement, flutter, turmoil {zn.}
onrust
beroering  [v]
gisting [v]
agitatie  [v]
to dart, to fleet, to flit, to flutter {ww.}
rondwaren

I flutter
you flutter
we flutter

ik waar rond
jij waart rond
wij waren rond
» meer vervoegingen van rondwaren

to flicker, to flitter, to flutter, to quiver, to waver {ww.}
flikkeren
blikkeren
schemeren
knipperen

I flutter
you flutter
we flutter

ik flikker
jij flikkert
wij flikkeren
» meer vervoegingen van flikkeren

to flicker, to flitter, to flutter, to quiver, to waver {ww.}
fladderen

I flutter
you flutter
we flutter

ik fladder
jij fladdert
wij fladderen
» meer vervoegingen van fladderen

to bat, to flutter {ww.}
klapwieken

I flutter
you flutter
we flutter

ik klapwiek
jij klapwiekt
wij klapwieken
» meer vervoegingen van klapwieken

to bat, to flutter {ww.}
ijsberen

I flutter
you flutter
we flutter

ik ijsbeer
jij ijsbeert
wij ijsberen
» meer vervoegingen van ijsberen

to flicker, to flitter, to flutter, to quiver, to waver {ww.}
flakkeren

they flutter

zij flakkeren
» meer vervoegingen van flakkeren

to bat, to flutter {ww.}
atriumfibrilleren
boezemfibrilleren
fibrilleren

they flutter

zij fibrilleren
» meer vervoegingen van fibrilleren

commotion, disruption, disturbance, flutter, hoo-ha, hoo-hah, hurly burly, kerfuffle, to-do {zn.}
opschudding [v] (de ~)
sensatie [v] (de ~)
deining [v] (de ~)
keet
herrie
fermentatie
consternatie [v] (de ~)
commotie [v] (de ~)
beroering [v] (de ~)
What's the commotion?
Vanwaar de opschudding?
commotion, disruption, disturbance, flutter, hoo-ha, hoo-hah, hurly burly, kerfuffle, to-do {zn.}
onrust
flicker, flutter, waver {zn.}
weddenschap [v] (de ~)
wedje
flicker, flutter, waver {zn.}
flutter
commotion, disruption, disturbance, flutter, hoo-ha, hoo-hah, hurly burly, kerfuffle, to-do {zn.}
burengerucht [o] (het ~)