Vertaling van fly

Inhoud:

Engels
Nederlands
to fly {ww.}
vliegen 

I fly
you fly
we fly

ik vlieg
jij vliegt
wij vliegen
» meer vervoegingen van vliegen

Birds fly.
De vogels vliegen.
This bird can't fly.
Deze vogel kan niet vliegen.
fly {zn.}
vlieg  [v]
He wouldn't hurt a fly.
Hij zou geen vlieg kwaad doen.
to approach, to fly {ww.}
aanvliegen

I fly
you fly
we fly

ik vlieg aan
jij vliegt aan
wij vliegen aan
» meer vervoegingen van aanvliegen

to fly, to wing {ww.}
gevlogen

I fly

to fly {ww.}
vliegen

I fly
you fly
we fly

ik vlieg
jij vliegt
wij vliegen
» meer vervoegingen van vliegen

to hoist, to hoist up, to run up, to fly {ww.}
ophijsen
hijsen

I fly
you fly
we fly

ik hijs op
jij hijst op
wij hijsen op
» meer vervoegingen van ophijsen

to steer, to drive, to fly {ww.}
besturen 
sturen

I fly
you fly
we fly

ik bestuur
jij bestuurt
wij besturen
» meer vervoegingen van besturen

Did your uncle let you drive his car?
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
You cannot be too careful when you drive a car.
Ge kunt niet te oplettend zijn bij het besturen van een auto.
acerbic, acidulous, astringent, fly {bn.}
striemend
venijnig
vlijmend
snijdend
scherp 
acerbic, acidulous, astringent, fly {bn.}
scherpsnijdend
scherp 
balance, fly, balance-wheel {zn.}
onrust
acerbic, acidulous, astringent, fly {bn.}
schril
contrasterend
scherp 
lurid, sharp, acrid, acrimonious, keen, poignant, waspish, acute, fly {bn.}
slim
bekeken
clever
gis
kien
pienter
snugger
bijtend 
doordringend
fel
guur
schel
scherp 
schril
snerpend
to flee, to fly, to take flight {ww.}
vluchten

I fly
you fly
we fly

ik vlucht
jij vlucht
wij vluchten
» meer vervoegingen van vluchten

to flee, to fly, to take flight {ww.}
wegvluchten

I fly
you fly
we fly

ik vlucht weg
jij vlucht weg
wij vluchten weg
» meer vervoegingen van wegvluchten

to fell, to fly, to vanish {ww.}
omvliegen
vliegen
voorbijvliegen

I fly
you fly
we fly

ik vlieg om
jij vliegt om
wij vliegen om
» meer vervoegingen van omvliegen

to flee, to fly, to take flight {ww.}
ontvluchten
ontvlieden
vlieden

I fly
you fly
we fly

ik ontvlucht
jij ontvlucht
wij ontvluchten
» meer vervoegingen van ontvluchten

to aviate, to fly, to pilot {ww.}
loodsen

I fly
you fly
we fly

ik loods
jij loodst
wij loodsen
» meer vervoegingen van loodsen

to flee, to fly, to take flight {ww.}
vluchten
spankeren
vlieden
weglopen
knijpen

I fly
you fly
we fly

ik vlucht
jij vlucht
wij vluchten
» meer vervoegingen van vluchten

to aviate, to fly, to pilot {ww.}
vliegen

I fly
you fly
we fly

ik vlieg
jij vliegt
wij vliegen
» meer vervoegingen van vliegen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Birds fly.

De vogels vliegen.

This bird can't fly.

Deze vogel kan niet vliegen.

Not all birds can fly.

Niet alle vogels kunnen vliegen.

He wouldn't hurt a fly.

Hij zou geen vlieg kwaad doen.

Bees fly from flower to flower.

Bijen vliegen van bloem tot bloem.

Bats usually fly in the dark.

Gewoonlijk vliegen vleermuizen in het duister.

Can you teach me how to fly?

Kun je me leren vliegen?

If I were a bird, I would fly to you.

Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.

I saw a bird fly across the sky.

Ik zag een vogel door de lucht vliegen.

Lindbergh was the first man to fly across the Atlantic.

Lindbergh was de eerste mens die de Atlantische Oceaan overvloog.

Were I a bird, I would fly to you.

Als ik een vogel was, zou ik naar jou toe vliegen.

In winter, the dry leaves fly around in the air.

In de winter vliegen de droge bladeren in de lucht rond.

On the fifteenth of August, thousands of people fly kites.

Op 15 augustus, vliegeren duizenden mensen.

Love undeniably has wings to fly away from love, but it's also undeniable that it also has wings to fly back.

Liefde heeft ontegensprekelijk vleugels om weg te vliegen van de liefde, maar even ontegensprekelijk is het dat ze ook vleugels heeft om terug te vliegen.

Flags of the world fly proudly at the United Nations headquarters.

De vlaggen van de wereld wapperen trots bij het hoofdkwartier van de Verenigde Naties.