Vertaling van forecast
voorspellen
voorzeggen
beduiden
I forecast
you forecast
we forecast
ik waarzeg
jij waarzegt
wij waarzeggen
» meer vervoegingen van waarzeggen
I forecast
you forecast
we forecast
ik voorspel
jij voorspelt
wij voorspellen
» meer vervoegingen van voorspellen
I forecast
you forecast
we forecast
ik becijfer
jij becijfert
wij becijferen
» meer vervoegingen van becijferen
waarzeggen
I forecast
you forecast
we forecast
ik wichel
jij wichelt
wij wichelen
» meer vervoegingen van wichelen
I forecast
you forecast
we forecast
ik bereken
jij berekent
wij berekenen
» meer vervoegingen van berekenen
Voorbeelden in zinsverband
It snowed as was forecast.
Het sneeuwde zoals voorspeld.
According to the long-term forecast, a mild winter seems to be ahead.
Volgens de langetijdsvoorspelling schijnt er een zachte winter aan te komen.