Vertaling van foreigner
Inhoud:
Engels
Nederlands
foreigner, alien {zn.}
buitenlander
I'm a foreigner.
Ik ben een buitenlander.
The foreigner comes from Scotland.
De buitenlander komt uit Schotland.
I'm a stranger here.
Ik ben een vreemdeling hier.
I was a stranger in Boston.
Ik was een vreemdeling in Boston.
foreigner, outsider {zn.}
outsider
buitenstaander
buitenstaander
foreigner, outsider {zn.}
niet-lid
alien, foreigner, noncitizen, outlander {zn.}
buitenlander
vreemdeling
vreemdeling
The foreigner didn't know Japanese at all.
De buitenlander kende helemaal geen Japans.
The foreigner speaks Japanese fairly well.
De buitenlander spreekt redelijk goed Japans.
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
I'm a foreigner.
Ik ben een buitenlander.
The foreigner comes from Scotland.
De buitenlander komt uit Schotland.
His accent suggests he is a foreigner.
Zijn uitspraak geeft aan dat hij een buitenlander is.
The foreigner didn't know Japanese at all.
De buitenlander kende helemaal geen Japans.
The foreigner speaks Japanese fairly well.
De buitenlander spreekt redelijk goed Japans.
How fluently that foreigner speaks Japanese!
Hoe vloeiend die buitenlander Japans spreekt!
The foreigner spoke Japanese as if it were her mother tongue.
De buitenlander sprak Japans alsof het haar moerstaal was.