Vertaling van forest
houtblazer
houtgewas
geboomte
foreest
bos
I forest
you forest
we forest
ik bebos
jij bebost
wij bebossen
» meer vervoegingen van bebossen
Voorbeelden in zinsverband
Animals inhabit the forest.
Dieren wonen in het bos.
Wild animals live in the forest.
In het bos leven wilde dieren.
She slowly disappeared into the foggy forest.
Ze verdween langzaam in het nevelige bos.
You can't see the forest for the trees.
Je kan door de bomen het bos niet zien.
It is believed that ghosts exist in this forest.
Men zegt dat er in dit bos spoken zitten.
Because of these trees, he can't see the forest.
Hij ziet het bos niet door al die bomen.
They tried to collect wood from the forest.
Ze probeerden hout te verzamelen in het bos.
You can see some wild rabbits in the forest.
Men kan enkele wilde konijnen zien in het bos.
I built a house within a stone's throw of the forest.
Ik bouwde een huis op een steenworp van het bos.
A small forest fire can easily spread and quickly become a great conflagration.
Een klein bosbrandje kan zich makkelijk verspreiden en snel een grote vuurzee worden.
When the farmer drops dead off the tractor, then at the edge of the forest, there must be a reactor.
Valt de boer dood van de tractor, staat aan de bosrand een reactor.