Vertaling van fortune

Inhoud:

Engels
Nederlands
fortune, luck {zn.}
fortuin
lot
fortuinlijkheid [v]
John inherited a large fortune.
John erfde een groot fortuin.
This diamond costs a fortune.
Deze diamant kost een fortuin.
destiny, fate, fortune, luck {zn.}
fortuin [o]
lot
levenslot
He left his son a fortune.
Hij liet zijn zoon een fortuin na.
Today, I have a date with destiny.
Ik heb vandaag een afspraak met het lot.
wealth, affluence, fortune, richness {zn.}
rijkdom
Despite all his wealth, he is stingy.
Ondanks al zijn rijkdom is hij toch gierig.
fortune, luck {zn.}
fortuin [o] (het ~)
geluk [o] (het ~)
zwijntje
zwijn [o] (het ~)
mazzel [m] (de ~)
bof [m] (de ~)
Fortune favors the bold.
Het geluk staat de dapperen bij.
I wish you good luck in the exam!
Ik wens u veel geluk op het examen.
circumstances, destiny, fate, fortune, lot, luck, portion {zn.}
toedracht [m] (de ~)
chance, fortune, hazard, luck {zn.}
zilvervloot


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Fortune favors the bold.

Het geluk staat de dapperen bij.

John inherited a large fortune.

John erfde een groot fortuin.

This diamond costs a fortune.

Deze diamant kost een fortuin.

He left his son a fortune.

Hij liet zijn zoon een fortuin na.

He had the fortune to find a job.

Hij had het geluk een baan te vinden.


Gerelateerd aan fortune

luck - destiny - fate - wealth - affluence - richness - circumstances - lot - portion - chance - hazardcircumstance - development - fleet