Vertaling van free

Inhoud:

Engels
Nederlands
to free, to unchain {ww.}
ontketenen

I free
you free
we free

ik ontketen
jij ontketent
wij ontketenen
» meer vervoegingen van ontketenen

free, unchecked, spare {bn.}
los
onbelemmerd
onbezet
open 
vlot 
vrij
vrijgesteld 
free, unoccupied, vacant {bn.}
leeg 
onbezet
open 
vrij
free, gratis {bn.}
gratis 
kosteloos
vrij
to release, to free, to liberate {ww.}
bevrijden
vrijmaken
vrijlaten
verlossen
loslaten
afhelpen

I free
you free
we free

ik bevrijd
jij bevrijdt
wij bevrijden
» meer vervoegingen van bevrijden

Actually I wanted to be a damsel in a tower guarded by seven dragons, and then a prince on a white horse would chop off the dragons' heads and liberate me.
Eigenlijk wilde ik een jonkvrouw zijn in een toren die bewaakt wordt door zeven draken, en dan zou een prins op een wit paard alle draken hun kop afhakken en mij bevrijden
to free, to liberate, to loose, to release, to unloose, to unloosen {ww.}
vrijlaten
vrijgeven

I free
you free
we free

ik laat vrij
jij laat vrij
wij laten vrij
» meer vervoegingen van vrijlaten

to free, to liberate, to loose, to release, to unloose, to unloosen {ww.}
bevrijden

I free
you free
we free

ik bevrijd
jij bevrijdt
wij bevrijden
» meer vervoegingen van bevrijden

to free, to give up, to release, to relinquish, to resign {ww.}
laten

I free
you free
we free

ik laat
jij laat
wij laten
» meer vervoegingen van laten

above-board, communicative, free, outspoken {bn.}
rondborstig
for nothing, free, gratis {bw.}
gratis 
om niet
pro Deo
to discharge, to free {ww.}
ontslaan

I free
you free
we free

ik ontsla
jij ontslaat
wij ontslaan
» meer vervoegingen van ontslaan

to disengage, to free {ww.}
ontstoppen

I free
you free
we free

ik ontstop
jij ontstopt
wij ontstoppen
» meer vervoegingen van ontstoppen

to discharge, to free {ww.}
ontheffen
ontslaan
ontlasten
dispenseren
dechargeren
absolveren
vrijstellen

I free
you free
we free

ik onthef
jij ontheft
wij ontheffen
» meer vervoegingen van ontheffen

to absolve, to free, to justify {ww.}
absolveren

I free
you free
we free

ik absolveer
jij absolveert
wij absolveren
» meer vervoegingen van absolveren

to disembarrass, to free, to rid {ww.}
bevrijden
vrijmaken
afhelpen

I free
you free
we free

ik bevrijd
jij bevrijdt
wij bevrijden
» meer vervoegingen van bevrijden

to absolve, to free, to justify {ww.}
verlossen

I free
you free
we free

ik verlos
jij verlost
wij verlossen
» meer vervoegingen van verlossen

to absolve, to free, to justify {ww.}
pardonneren
vergeven

I free
you free
we free

ik pardonneer
jij pardonneert
wij pardonneren
» meer vervoegingen van pardonneren

to discharge, to free {ww.}
kwiteren

I free
you free
we free

ik kwiteer
jij kwiteert
wij kwiteren
» meer vervoegingen van kwiteren



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I'm free!

Ik ben vrij!

This is for free.

Dit is gratis.

Are drinks free?

Zijn dranken gratis?

I'm free tonight.

Ik ben deze nacht vrij.

We are free!

We zijn vrij!

It's free of charge.

't Is gratis.

Are you free now?

Heb je nu tijd?

I'm free on Sunday.

Ik ben vrij op zondag.

I'm a free man.

Ik ben een vrije mens.

Are you free this weekend?

Ben je vrij dit weekend?

My dad's free on Saturday.

Mijn vader heeft vrij op zaterdag.

Saturday is when my father is free.

Zaterdag is mijn vader vrij.

The street is free from snow now.

De straat is nu sneeuwvrij.

Free advice isn't always good advice.

Gratis raad is niet altijd goede raad.

Those prisoners were set free yesterday.

De gevangene werd gisteren vrijgelaten.