Vertaling van freedom

Inhoud:

Engels
Nederlands
freedom, liberty {zn.}
vrijheid  [v]
vlotheid
liberteit
vrijdom
People love freedom.
Mensen houden van vrijheid.
They died for the cause of liberty.
Zij stierven voor de vrijheid.
freedom {zn.}
vrijheid [v] (de ~)
They are struggling for freedom.
Ze vechten voor vrijheid.
You wanted to tell me about freedom?
Wilde je me over vrijheid vertellen?
exemption, freedom {zn.}
immuniteit [v] (de ~)


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

People love freedom.

Mensen houden van vrijheid.

They are struggling for freedom.

Ze vechten voor vrijheid.

You wanted to tell me about freedom?

Wilde je me over vrijheid vertellen?

They fought for freedom of religion.

Ze vochten voor godsdienstvrijheid.


Gerelateerd aan freedom

liberty - exemptionstate - immunity