Vertaling van frock

Inhoud:

Engels
Nederlands
dress, frock {zn.}
jurk [m] (de ~)
japon [m] (de ~)
Hiromi wears a new dress.
Hiromi draagt een nieuwe jurk.
My new dress is red.
Mijn nieuwe jurk is rood.
dress, frock {zn.}
kleed [o] (het ~)
She wore a white dress.
Ze droeg een wit kleed.
She was wearing an ugly dress.
Ze had een lelijk kleed aan.


Gerelateerd aan frock

dressgarment - dress - train