Vertaling van frost
Inhoud:
Engels
Nederlands
to frost, to ice {ww.}
matten
matteren
matteren
I frost
you frost
we frost
ik mat
jij mat
wij matten
» meer vervoegingen van matten
to frost, to ice {ww.}
verscherpen
I frost
you frost
we frost
ik verscherp
jij verscherpt
wij verscherpen
» meer vervoegingen van verscherpen
freezing cold, frost {zn.}
vorst
Car windows accumulate frost on winter mornings.
Autoramen verzamelen vorst op winterse ochtenden.
The frost did a lot of damage to the crops.
De vorst heeft veel schade aan de gewassen gedaan.
frost, hoar, hoarfrost, rime {zn.}
rijm
rijp
rijp
freeze, frost {zn.}
onpersoonlijkheid
afstandelijkheid
afstandelijkheid
freeze, frost {zn.}
vrieskou
freeze, frost {zn.}
vorstperiode
freeze, frost {zn.}
vorst
freeze, frost {zn.}
vriesweer
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
There is frost on the road.
Er is ijzel op de baan.
We might have frost next week.
Volgende week gaat het misschien vriezen.
Car windows accumulate frost on winter mornings.
Autoramen verzamelen vorst op winterse ochtenden.
The frost did a lot of damage to the crops.
De vorst heeft veel schade aan de gewassen gedaan.