Vertaling van gaining
Inhoud:
Engels
Nederlands
Which team will win?
Welk team zal winnen?
We work to earn money.
We werken om geld te verdienen.
I am gaining
to profit, to gain {ww.}
profiteren
voordeel trekken uit
winst maken
voordeel trekken uit
winst maken
I am gaining
to advance, to gain, to gain ground, to get ahead, to make headway, to pull ahead, to win {ww.}
vooruitkomen
voorkomen
voorkomen
to advance, to gain {ww.}
winnen
You have little to gain and much to lose.
Je hebt weinig te winnen en veel te verliezen.
to acquire, to gain, to win {ww.}
winnen
scheppen
nemen
komen
verkrijgen
verwerven
scheppen
nemen
komen
verkrijgen
verwerven
He predicted she would win.
Hij voorspelde dat ze zou winnen.
Which team is likely to win?
Welk team zal waarschijnlijk winnen?
to bring in, to clear, to earn, to gain, to make, to pull in, to realise, to realize, to take in {ww.}
verdienen
He has only one aim in life, to make money.
Hij heeft maar een doel in het leven: geld verdienen.
America is a lovely place to be, if you are here to earn money.
Het is fantastisch om in Amerika te zijn, als je hier bent om geld te verdienen.
to arrive at, to attain, to gain, to hit, to make, to reach {ww.}
bereiken
You can reach me at this number.
Je kunt me op dit nummer bereiken.
If you take this bus, you will reach the village.
Als ge deze bus neemt, zult ge het dorp bereiken.
to derive, to gain {ww.}
halen
boeken
behalen
boeken
behalen
to advance, to gain {ww.}
aanwinnen
I am gaining
to bring in, to clear, to earn, to gain, to make, to pull in, to realise, to realize, to take in {ww.}
doen
opbrengen
opbrengen
I am gaining
to gain, to put on {ww.}
verdikken
aankomen
aankomen
I am gaining
to gain, to put on {ww.}
voorlopen
I am gaining
to advance, to gain, to gain ground, to get ahead, to make headway, to pull ahead, to win {ww.}
inlopen
I am gaining