Vertaling van gear
Inhoud:
Engels
Nederlands
A bad workman blames his tools.
Een slechte schrijnwerker geeft de schuld aan zijn gereedschap.
gear {zn.}
versnelling
I gear
you gear
we gear
ik pas aan
jij past aan
wij passen aan
» meer vervoegingen van aanpassen
He couldn't adapt to new circumstances.
Hij kon zich niet aan nieuwe omstandigheden aanpassen.
He brought our TV set down to the cellar.
Hij bracht ons TV-toestel naar de kelder.
cogwheel, gear {zn.}
tandwiel
kamwiel
tandrad
kamrad
kamwiel
tandrad
kamrad