Vertaling van gender

Inhoud:

Engels
Nederlands
gender, genus {zn.}
geslacht  [o]
woordgeslacht
klasse  [v]
sex, gender {zn.}
geslacht  [o]
kunne
sexe [v]
gender, sex, sexuality {zn.}
kunne [m] (de ~)
geslacht [o] (het ~)
sekse [v] (de ~)
gender, sex, sexuality {zn.}
seks [m] (de ~)
geslachtsleven
seksualiteit [v] (de ~)
Having unprotected sex is dangerous.
Het hebben van onbeschermde seks is gevaarlijk.
Teenagers are God's punishment for having sex.
Tieners zijn Gods straf voor seks.
gender, grammatical gender {zn.}
woordgeslacht
geslacht [o] (het ~)
genus

Gerelateerd aan gender

genus - sex - sexuality - grammatical gendercondition - disposition - descriptor