Vertaling van get in touch

Inhoud:

Engels
Nederlands
to touch, to affect, to abut, to adjoin {ww.}
aanraken 
toucheren
beroeren
raken 
aankomen 

I touch
you touch
we touch

ik raak aan
jij raakt aan
wij raken aan
» meer vervoegingen van aanraken

Don't touch that.
Niet aanraken.
Don't touch it.
Niet aanraken.
to feel, to grope, to finger, to touch {ww.}
voelen 
bevoelen
betasten 
tasten 

I touch
you touch
we touch

ik voel
jij voelt
wij voelen
» meer vervoegingen van voelen

If you take medicine, you will feel better.
Ge zult u beter voelen als ge dit medicament neemt.
How can I feel relaxed, with you watching me like that?
Hoe kan ik me ontspannen voelen, als jij zo naar mij kijkt.
to touch {ww.}
aankomen

I touch
you touch
we touch

ik kom aan
jij komt aan
wij komen aan
» meer vervoegingen van aankomen

to touch {ww.}
komen

I touch
you touch
we touch

ik kom
jij komt
wij komen
» meer vervoegingen van komen

to connect, to get in touch, to touch base {ww.}
aanknopen
to affect, to bear on, to bear upon, to impact, to touch, to touch on {ww.}
inpersen

I touch
you touch
we touch

ik pers in
jij perst in
wij persen in
» meer vervoegingen van inpersen

to advert, to allude, to touch {ww.}
alluderen
preluderen
zinspelen

I touch
you touch
we touch

ik alludeer
jij alludeert
wij alluderen
» meer vervoegingen van alluderen

to adjoin, to contact, to meet, to touch {ww.}
aanraken
toucheren
raken
beroeren

I touch
you touch
we touch

ik raak aan
jij raakt aan
wij raken aan
» meer vervoegingen van aanraken

May I touch them?
Mag ik ze aanraken?
I can easily touch my toes.
Ik kan makkelijk mijn tenen aanraken.
to equal, to match, to rival, to touch {ww.}
evenaren
opwegen

I touch
you touch
we touch

ik evenaar
jij evenaart
wij evenaren
» meer vervoegingen van evenaren

to bear on, to come to, to concern, to have-to doe with, to pertain, to refer, to relate, to touch, to touch on {ww.}
doorverwijzen

I touch
you touch
we touch

ik verwijs door
jij verwijst door
wij verwijzen door
» meer vervoegingen van doorverwijzen

to bear on, to come to, to concern, to have-to doe with, to pertain, to refer, to relate, to touch, to touch on {ww.}
gaan

I touch
you touch
we touch

ik ga
jij gaat
wij gaan
» meer vervoegingen van gaan

to bear on, to come to, to concern, to have-to doe with, to pertain, to refer, to relate, to touch, to touch on {ww.}
aanbelangen
betreffen
bewegen
gaan
gelden
handelen
slaan
raken
treffen
aankomen
aangaan
draaien

I touch
you touch
we touch

ik betref
jij betreft
wij betreffen
» meer vervoegingen van betreffen

to affect, to bear on, to bear upon, to impact, to touch, to touch on {ww.}
inwerken

I touch
you touch
we touch

ik werk in
jij werkt in
wij werken in
» meer vervoegingen van inwerken

to affect, to bear on, to bear upon, to impact, to touch, to touch on {ww.}
inpersen

I touch
you touch
we touch

ik pers in
jij perst in
wij persen in
» meer vervoegingen van inpersen



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

I couldn't get in touch with him.

Ik kon geen contact krijgen met hem.

I'm trying to get in touch with her sister.

Ik probeer contact te krijgen met haar zus.

Get in touch with your agent right away.

Neem onmiddelijk contact op met je agent.


Gerelateerd aan get in touch

touch - affect - abut - adjoin - feel - grope - finger - connect - touch base - bear on - bear upon - impact - touch on - advert - alludeadjoin - initiate - begin - press - intend - hit - equalise - refer - be - entail - aid - compact