Vertaling van get out
Inhoud:
Engels
Nederlands
to get out, to get out of a car, to alight {ww.}
uitstappen
to get out, to alight {ww.}
uitstappen
to alight, to get out {ww.}
uit de bus stappen
uitstappen
uitstappen
to get out, to pull out {ww.}
wegtrekken
heentrekken
heentrekken
to get out, to pull out {ww.}
uitkrijgen
to get out, to pull out {ww.}
uittrekken
to get out, to pull out {ww.}
afhaken
to get out, to pull out {ww.}
uitschuiven
to exit, to get out, to go out, to leave {ww.}
uitgaan
Let's go out.
Laten we uitgaan.
I'd rather not go out this evening.
Ik zou beter niet uitgaan vanavond.
to escape, to get away, to get by, to get off, to get out {ww.}
losbreken
uitbreken
uitbreken
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Let's get out.
Laten we weggaan.
Get out or come in.
Ga buiten, of kom binnen.
I get out of breath.
Ik raak buiten adem.
Let's get out of the rain.
Laat ons gaan schuilen voor de regen.
We should get out of here.
We moeten hier weg.
Get out of here! All of you!
Maak dat je hier wegkomt! Ieder van jullie!