Vertaling van get tired

Inhoud:

Engels
Nederlands
to get tired, to tire {ww.}
vermoeid raken
to bore, to tire, to weary {ww.}
vervelen 
tegenstaan
vermoeien
ergeren

I tired
you tired
he/she/it tired

ik verveelde
jij verveelde
hij/zij/het verveelde
» meer vervoegingen van vervelen

to fag, to fag out, to fatigue, to jade, to outwear, to tire, to tire out, to wear, to wear down, to wear out, to wear upon, to weary {ww.}
afslijten

I tired
you tired
he/she/it tired

ik sleet af
jij sleet af
hij/zij/het sleet af
» meer vervoegingen van afslijten

to bore, to tire {ww.}
vervelen

I tired
you tired
he/she/it tired

ik verveelde
jij verveelde
hij/zij/het verveelde
» meer vervoegingen van vervelen

to fag, to fag out, to fatigue, to jade, to outwear, to tire, to tire out, to wear, to wear down, to wear out, to wear upon, to weary {ww.}
afpeigeren
vermoeien

I tired
you tired
he/she/it tired

ik peigerde af
jij peigerde af
hij/zij/het peigerde af
» meer vervoegingen van afpeigeren

to exhaust, to play out, to run down, to sap, to tire {ww.}
interen

I tired
you tired
he/she/it tired

ik teerde in
jij teerde in
hij/zij/het teerde in
» meer vervoegingen van interen

to exhaust, to play out, to run down, to sap, to tire {ww.}
opmaken
opdoen
opgebruiken

I tired
you tired
he/she/it tired

ik maakte op
jij maakte op
hij/zij/het maakte op
» meer vervoegingen van opmaken

to fag, to fag out, to fatigue, to jade, to outwear, to tire, to tire out, to wear, to wear down, to wear out, to wear upon, to weary {ww.}
afsloven
afbeulen
afpeigeren

I tired
you tired
he/she/it tired

ik sloofde af
jij sloofde af
hij/zij/het sloofde af
» meer vervoegingen van afsloven

to fag, to fag out, to fatigue, to jade, to outwear, to tire, to tire out, to wear, to wear down, to wear out, to wear upon, to weary {ww.}
verslijten

I tired
you tired
he/she/it tired

ik versleet
jij versleet
hij/zij/het versleet
» meer vervoegingen van verslijten

to fag, to fag out, to fatigue, to jade, to outwear, to tire, to tire out, to wear, to wear down, to wear out, to wear upon, to weary {ww.}
slijten

I tired
you tired
he/she/it tired

ik sleet
jij sleet
hij/zij/het sleet
» meer vervoegingen van slijten

to fag, to fag out, to fatigue, to jade, to outwear, to tire, to tire out, to wear, to wear down, to wear out, to wear upon, to weary {ww.}
afslijten

I tired
you tired
he/she/it tired

ik sleet af
jij sleet af
hij/zij/het sleet af
» meer vervoegingen van afslijten

to fag, to fag out, to fatigue, to jade, to outwear, to tire, to tire out, to wear, to wear down, to wear out, to wear upon, to weary {ww.}
uitslijten

I tired
you tired
he/she/it tired

ik sleet uit
jij sleet uit
hij/zij/het sleet uit
» meer vervoegingen van uitslijten



Gerelateerd aan get tired

synoniemen

tire - bore - weary - fag - fag out - fatigue - jade - outwear - tire out - wear - wear down - wear out - wear upon - exhaust - play out

verwante termen

wear - remove - cause - weaken - pass - apply - exert - break - fag