Vertaling van get together
Inhoud:
Engels
Nederlands
to get together, to meet {ww.}
samenkomen
bijeenkomen
verzamelen
verenigen
bijeenkomen
verzamelen
verenigen
Let's meet the day after tomorrow.
Laten we overmorgen samenkomen.
to get together, to meet {ww.}
bewegen
get together, meeting {zn.}
huisvergadering
get together, meeting {zn.}
beraadslagingen
dialoog
beraadslaging
overleg
dialoog
beraadslaging
overleg
to get together, to meet {ww.}
optrekken
to collaborate, to cooperate, to get together, to join forces {ww.}
coöpereren
samendoen
samenwerken
samendoen
samenwerken
to fall in, to get together, to join {ww.}
toetreden
to fall in, to get together, to join {ww.}
aansluiten
voegen
voegen
I'd like to join your group.
Ik zou me graag bij jullie groep aansluiten.
to collaborate, to cooperate, to get together, to join forces {ww.}
meedraaien
to collaborate, to cooperate, to get together, to join forces {ww.}
meewerken
to collaborate, to cooperate, to get together, to join forces {ww.}
heulen
to fall in, to get together, to join {ww.}
aaneenschrijven
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Let's get together here once a week.
Laten we hier een keer per week vergaderen.
We all try to get together at least once a year.
Wij allen proberen minstens een keer per jaar bijeen te komen.