Vertaling van gift
schenken
I gift
you gift
we gift
ik geef
jij geeft
wij geven
» meer vervoegingen van geven
I gift
you gift
we gift
ik gun
jij gunt
wij gunnen
» meer vervoegingen van gunnen
gave
dotatie
schenking
donatie
onbeschadigd
ongeschonden
gaaf
gave
begaafdheid
predispositie
aanleg
Voorbeelden in zinsverband
Is this gift Laura's?
Is dit Laura's geschenk?
Tom brought Mary a gift.
Tom bracht een cadeau voor Mary.
This gift is for you.
Dit is een cadeau voor jou.
Thank you for your gift.
Bedankt voor je cadeau.
You have a gift for music.
Je bent muzikaal begaafd.
Thank you very much for your gift.
Heel erg bedankt voor je cadeautje.
Instead of going myself, I sent a gift.
In plaats van zelf te gaan, stuurde ik een geschenk.
That's the most beautiful gift I've ever received.
Dat is het mooiste cadeautje dat ik ooit gekregen heb.
He learned Chinese so fast, everyone says he's very smart, that he really has a gift with languages.
Hij leerde zo snel Chinees, iedereen zegt dat hij zeer slim is, dat hij echt een taalknobbel heeft.