Vertaling van glow

Inhoud:

Engels
Nederlands
to glow, to glow with heat, to burn, to be ardent {ww.}
gloeien 
blaken

I glow
you glow
we glow

ik gloei
jij gloeit
wij gloeien
» meer vervoegingen van gloeien

glow, heat, passion, ardour {zn.}
gloed
vuur 
to glow {ww.}
blaken
vlammen
gloeien

I glow
you glow
we glow

ik blaak
jij blaakt
wij blaken
» meer vervoegingen van blaken

to shine, to glow {ww.}
blinken
glanzen
schijnen
schitteren 

I glow
you glow
we glow

ik blink
jij blinkt
wij blinken
» meer vervoegingen van blinken

glow, gleam, heat, high temperature, hotness {zn.}
schijnen
gloeien
glow, luminescence {zn.}
glans [m] (de ~)
glow, luminescence {zn.}
luminescentie
gloss, sheen, brilliance, glow, radiance, shine {zn.}
schittering [v]
glans
schijn [m]
pracht
to beam, to glow, to radiate, to shine {ww.}
afstralen
glimmen
stralen
glunderen

I glow
you glow
we glow

ik glim
jij glimt
wij glimmen
» meer vervoegingen van glimmen

to burn, to glow {ww.}
branden

I glow
you glow
we glow

ik brand
jij brandt
wij branden
» meer vervoegingen van branden

The pastor said Tom's going to burn in hell.
De pastoor zei dat Tom in de hel zal branden.
With these eyes, I shall see mountains burn.
Met deze ogen zal ik bergen zien branden.
to beam, to glow, to radiate, to shine {ww.}
schijnen

I glow
you glow
we glow

ik schijn
jij schijnt
wij schijnen
» meer vervoegingen van schijnen

gleam, gleaming, glow, lambency {zn.}
afstraling
glans [m] (de ~)
gleam, gleaming, glow, lambency {zn.}
kleurenpracht
gleam, gleaming, glow, lambency {zn.}
gloed [m] (de ~)
gleam, gleaming, glow, lambency {zn.}
schijnsel [o] (het ~)
schijn
gleam, gleaming, glow, lambency {zn.}
flonkering [v] (de ~)
fonkeling [m] (de ~)
glinstering [v] (de ~)
schittering [v] (de ~)