Vertaling van go on
verder gaan met
vervolgen
voortgaan
voortzetten
voortgaan
afspelen
gebeuren
omgaan
geschieden
avanceren
voltrekken
aanslaan
cultiveren
Voorbeelden in zinsverband
You go on without me.
Ga verder zonder mij.
When must I go on board?
Wanneer moet ik aan boord gaan?
Leave the past behind and go on.
Laat het verleden achter je en ga door.
You may go on condition that you return by five.
Ge moogt weggaan, op voorwaarde dat ge tegen vijf uur terug zijt.
Press the green button. If you do so, the light will go on.
Druk op de groene knop. Als je dat doet, gaat het lampje branden.
She tried to go on a diet and lose five kilograms.
Ze probeerde op dieet te gaan om vijf kilogram te verliezen.
Suppose it rains tomorrow, shall we still go on the picnic?
Veronderstel dat het morgen regent, gaan we dan nog steeds picknicken?
When you're beginning to look like the photo in your passport, you should go on a holiday.
Als je op de foto in je paspoort begint te lijken moet je op vakantie gaan.