Vertaling van go to
Inhoud:
Engels
Nederlands
to head for, to go to {ww.}
koers zetten naar
zich begeven naar
zich begeven naar
to attend, to go to {ww.}
lopen
doorlopen
volgen
doorlopen
volgen
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Go to school.
Ga naar school.
I go to school.
Ik ga naar school.
Go to sleep.
Ga slapen.
We must go to school.
Wij moeten naar school gaan.
You should go to bed.
Ge zoudt beter slapen.
I go to the mountain.
Ik ga naar de berg.
I go to the park.
Ik ga naar het park.
I go to school on foot.
Ik ga te voet naar school.
I didn't go to school yesterday.
Ik ben gisteren niet naar school gegaan.
His wish is to go to America.
Hij wil naar Amerika gaan.
I have to go to bed.
Ik moet naar bed.
Sawako wants to go to France.
Sawako wil naar Frankrijk.
I go to church on Sundays.
's Zondags ga ik naar de kerk.
Have you decided to go to Japan?
Heb je besloten om naar Japan te gaan?
You should go to bed early.
Je moet vroeg naar bed gaan.