Vertaling van going
Inhoud:
Engels
Nederlands
Today, we are going dancing.
Vandaag gaan we gaan dansen.
We better be going.
We kunnen beter gaan.
going {bn.}
lopend
departure, going, going away, leaving {zn.}
vertrek
I've got to shave before leaving.
Ik moet mij scheren voor mijn vertrek.
I'm leaving town for a few days.
Ik vertrek voor een aantal dagen.
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
We better be going.
We kunnen beter gaan.
Where are we going?
Naar waar gaan we?
We're going dancing tonight.
Vanavond gaan we dansen.
What is going on?
Wat is er aan de hand?
I'm going there alone.
Ik ga er alleen heen.
I'm going to Hokkaido.
Ik ga naar Hokkaido.
It's going to rain.
Het gaat regenen.
How is it going?
Hoe gaat ie?
I'm not going back.
Ik ga niet terug.
I'm going downtown.
Ik ga naar het stadscentrum.
Where are you going?
Waar ga je heen?
I'm going to go.
Ik ga.
I'm going back.
Ik ga terug.
Hey, Mimi! How's it going?
Hoi Mimi! Hoe gaat het?
I'm going to the doctor.
Ik ga naar de dokter.