Vertaling van golf

Inhoud:

Engels
Nederlands
golf {zn.}
golf 
golfspel
He is playing golf.
Hij is golf aan het spelen.
His father doesn't play golf.
Zijn vader speelt geen golf.
golf, golf game {zn.}
golf [o] (het ~)
He plays golf every Sunday.
Hij speelt elke zondag golf.
I am crazy about golf.
Ik ben gek op golf.
to golf {ww.}
golfen
I don't have a clue how to play golf.
Ik heb geen flauw idee hoe ik moet golfen.


Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

He is playing golf.

Hij is golf aan het spelen.

His father doesn't play golf.

Zijn vader speelt geen golf.

He plays golf every Sunday.

Hij speelt elke zondag golf.

I am crazy about golf.

Ik ben gek op golf.

I'm a big fan of golf.

Ik ben een grote fan van golf.

You don't play golf, do you?

Je speelt geen golf, of wel?

Is there a golf course near here?

Is er een golfbaan in de buurt?

Is that your most favorite golf club?

Is dat jouw favoriete golf club?

I don't have a clue how to play golf.

Ik heb geen flauw idee hoe ik moet golfen.

It is said that golf is very popular in Japan.

Men zegt dat golf heel populair is in Japan.

My father does play golf, but not well.

Mijn vader speelt golf, maar niet goed.

They say that golf is very popular in Japan.

Men zegt dat golf erg populair is in Japan.


Gerelateerd aan golf

golf gameplay