Vertaling van good
Inhoud:
Engels
Nederlands
beneficence, boon, charity, good, sake, welfare {zn.}
weldaad
good, salutary {bn.}
gezond
heilzaam
heilzaam
good {bn.}
goed
good, goodness {zn.}
goed
Really good!
Echt goed!
This is good meat.
Dit is goed vlees.
good, salutary {bn.}
heilzaam
full, good {bn.}
gevuld
commodity, good, trade good {zn.}
waar
waren
spul
koopwaar
handelsgoederen
handel
handelswaar
waren
spul
koopwaar
handelsgoederen
handel
handelswaar
What good will that do?
En waar is dat goed voor?
That sounds too good to be true.
Dat klinkt te mooi om waar te zijn.
commodity, good, trade good {zn.}
negotie
commodity, good, trade good {zn.}
brouwsel
full, good {bn.}
gepoft
effective, good, in effect, in force {bn.}
geldig
geldend
valabel
vigerend
valide
geldend
valabel
vigerend
valide
adept, expert, good, practiced, proficient, skilful, skillful {bn.}
grif
adept, expert, good, practiced, proficient, skilful, skillful {bn.}
kunstvaardig
adept, expert, good, practiced, proficient, skilful, skillful {bn.}
bedreven
behendig
geverseerd
habiel
routineus
vaardig
vergevorderd
doorkneed
knap
behendig
geverseerd
habiel
routineus
vaardig
vergevorderd
doorkneed
knap
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
Good
Goed
Good job!
Mooi gedaan!
Good luck.
Succes.
Good morning.
Goede morgen!
Good evening.
Goedenavond.
Good morning!
Goede morgen!
Really good!
Echt goed!
Good night. Sweet dreams.
Slaapwel. Droom zoet.
This is good meat.
Dit is goed vlees.
I feel good today.
Vandaag gaat het mij goed.
She's good at tennis.
Ze is goed in tennis.
Good students study hard.
Goede studenten studeren hard.
Good night, Mom.
Welterusten, mama.
Good night, everybody!
Slaapwel iedereen!
This turkey tastes good.
Deze kalkoen smaakt goed.