Vertaling van gross
Inhoud:
Engels
Nederlands
gross {bn.}
bruto
nasty, foul, gross, lousy, low, lowlife, sleazy {bn.}
gemeen
onguur
ploertig
rottig
vuig
onguur
ploertig
rottig
vuig
draught, gross, rough {bn.}
bruto
onscherp
onscherp
Voorbeelden in zinsverband
Engels
Nederlands
That's gross.
Dat is smerig.
It's a gross distortion of the truth.
Het is een grove verdraaiing van de waarheid.