Vertaling van grown
I have grown
you have grown
he/she/it has grown
ik ben geworden
jij bent geworden
hij/zij/het is geworden
» meer vervoegingen van worden
doen groeien
I have grown
you have grown
he/she/it has grown
ik heb verbouwd
jij hebt verbouwd
hij/zij/het heeft verbouwd
» meer vervoegingen van verbouwen
I have grown
you have grown
he/she/it has grown
ik ben gegroeid
jij bent gegroeid
hij/zij/het is gegroeid
» meer vervoegingen van groeien
I have grown
you have grown
he/she/it has grown
ik ben gegroeid
jij bent gegroeid
hij/zij/het is gegroeid
» meer vervoegingen van groeien
adult
rijp
groot
Voorbeelden in zinsverband
You've grown fat.
Je bent dik geworden.
His children have grown up.
Zijn kinderen zijn groot geworden.
My grown-up son is studying abroad now.
Mijn volwassen zoon studeert nu in het buitenland.
That boy talks as if he were a grown up.
Die jongen spreekt alsof hij een volwassene is.
His daughter has grown out of all her old clothes.
Zijn dochter is uit al haar oude kleren gegroeid.