Vertaling van guts

Inhoud:

Engels
Nederlands
intestines, bowels, entrails, guts {zn.}
darmen
ingewanden 
backbone, grit, gumption, guts, moxie, sand {zn.}
ruggengraat [m] (de ~)
ruggegraat
karakter [o] (het ~)
to gut {ww.}
kaken

he/she/it guts

hij/zij/het kaakt
» meer vervoegingen van kaken

to gut {ww.}
lubben

he/she/it guts

hij/zij/het lubt
» meer vervoegingen van lubben

to gut {ww.}
ontweien

he/she/it guts

hij/zij/het ontweit
» meer vervoegingen van ontweien



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

You don't have the guts.

Je hebt het lef niet.

You've got a lot of guts.

Je hebt lef.


Gerelateerd aan guts

intestines - bowels - entrails - backbone - grit - gumption - moxie - sand - gutgut - remove