Vertaling van hail
Inhoud:
Engels
Nederlands
to hail {ww.}
hagelen
they hail
zij hagelen
» meer vervoegingen van hagelen
to hail {ww.}
praaien
I hail
you hail
we hail
ik praai
jij praait
wij praaien
» meer vervoegingen van praaien
to acclaim, to applaud, to hail, to herald {ww.}
uitroepen tot
toejuichen
zijn bijval betuigen
bij acclamatie benoemen tot
toejuichen
zijn bijval betuigen
bij acclamatie benoemen tot
I hail
you hail
we hail
ik juich toe
jij juicht toe
wij juichen toe
» meer vervoegingen van toejuichen
I hail
you hail
we hail
ik roep op
jij roept op
wij roepen op
» meer vervoegingen van oproepen
I hail
you hail
we hail
ik begroet
jij begroet
wij begroeten
» meer vervoegingen van begroeten
Paul came to Rome to greet me.
Paul kwam naar Rome om me te begroeten.
greeting, hail, salutation, salute {zn.}
saluut
groet
groet