Vertaling van hamper
Inhoud:
Engels
Nederlands
I hamper
you hamper
we hamper
ik bemoeilijk
jij bemoeilijkt
wij bemoeilijken
» meer vervoegingen van bemoeilijken
to hamper, to impede, to obstruct, to stand in the way, to choke, to congest, to stymie, to stonewall, to balk {ww.}
I hamper
you hamper
we hamper
ik verstop
jij verstopt
wij verstoppen
» meer vervoegingen van verstoppen
to bother, to disturb, to hinder, to trouble, to annoy, to encumber, to hassle, to irritate, to inconvenience, to hamper, to baffle {ww.}
I hamper
you hamper
we hamper
ik stoor
jij stoort
wij storen
» meer vervoegingen van storen
Do not disturb.
Niet storen.
Nothing will hinder her study.
Niets zal haar studie hinderen.
to cramp, to halter, to hamper, to strangle {ww.}
halsteren
I hamper
you hamper
we hamper
ik halster
jij halstert
wij halsteren
» meer vervoegingen van halsteren
bond, hamper, shackle, trammel {zn.}
kluister
boei
boei
bond, hamper, shackle, trammel {zn.}
schakel
bond, hamper, shackle, trammel {zn.}
keurslijf