Vertaling van handicraft

Inhoud:

Engels
Nederlands
handicraft, occupation, trade, craft {zn.}
beroep  [o]
vak
handwerk
ambacht  [o]
My brother has no occupation now.
Mijn broer heeft geen beroep nu.
handcraft, handicraft, handiwork, handwork {zn.}
handwerk [o] (het ~)
handcraft, handicraft, handiwork, handwork {zn.}
knutselwerk
handcraft, handicraft, handiwork, handwork {zn.}
handvaardigheid [v] (de ~)


Gerelateerd aan handicraft

occupation - trade - craft - handcraft - handiwork - handworkproduct - work