Vertaling van hands

Inhoud:

Engels
Nederlands
hands, manpower, men, work force, workforce {zn.}
mankracht
hands, manpower, men, work force, workforce {zn.}
personeelbestand
personeelsbezetting [v] (de ~)
personeelsbestand [o] (het ~)
hands, manpower, men, work force, workforce {zn.}
beroepsbevolking [v] (de ~)
hands, manpower, men, work force, workforce {zn.}
arbeidsvolume
to hand, to hand over {ww.}
overhandigen
ter hand stellen
aanreiken 

he/she/it hands

hij/zij/het overhandigt
» meer vervoegingen van overhandigen

to convey, to hand, to hand over, to pass, to assign, to deliver, to transmit, to transfer {ww.}
aangeven 
toereiken
overgeven 
overbrengen
afdragen 
aanreiken 

he/she/it hands

hij/zij/het geeft aan
» meer vervoegingen van aangeven

Excuse me, could you pass me the sugar?
Neemt u me niet kwalijk, kunt u me de suiker aangeven?
to give, to hand, to pass, to pass on, to reach, to turn over {ww.}
doorgeven

he/she/it hands

hij/zij/het geeft door
» meer vervoegingen van doorgeven

Since I will see him tomorrow, I can give him a message if you want.
Gezien ik hem morgen zal zien kan ik hem een boodschap doorgeven, als je dat wilt.
to give, to hand, to pass, to pass on, to reach, to turn over {ww.}
overleveren

he/she/it hands

hij/zij/het levert over
» meer vervoegingen van overleveren

to give, to hand, to pass, to pass on, to reach, to turn over {ww.}
opbrengen
afdragen

he/she/it hands

hij/zij/het brengt op
» meer vervoegingen van opbrengen

to give, to hand, to pass, to pass on, to reach, to turn over {ww.}
aanreiken
aangeven
toesteken

he/she/it hands

hij/zij/het reikt aan
» meer vervoegingen van aanreiken



Voorbeelden in zinsverband

Engels
Nederlands

Hands up!

Handen omhoog!

Wash your hands.

Was je handen.

Let's shake hands.

Laten we handen schudden.

More kids, more hands.

Meer kinderen, meer handen.

They held hands.

Ze hielden elkaars handen vast.

Wash your hands with soap.

Was je handen met zeep.

Take your hands off me!

Haal je handen van me af!

Wash your hands before eating.

Was je handen voor het eten.

Wash your face and hands.

Was je gezicht en je handen.

The devil finds work for idle hands.

Ledigheid is des duivels oorkussen.

Your hands need to be washed.

Je handen moeten gewassen worden.

Hold the vase with both hands.

Hou de vaas met beide handen vast.

Why are you holding my hands?

Waarom hou je mijn handen vast?

He shook hands with the famous singer.

Hij schudde de hand van de beroemde zanger.

You need to wash your hands.

Je moet je handen wassen.


Gerelateerd aan hands

manpower - men - work force - workforce - hand - hand over - convey - pass - assign - deliver - transmit - transfer - give - pass on - reachforce - data file - population - amount - give - pay