Vertaling van hands
personeelsbezetting
personeelsbestand
he/she/it hands
hij/zij/het overhandigt
» meer vervoegingen van overhandigen
he/she/it hands
hij/zij/het geeft aan
» meer vervoegingen van aangeven
he/she/it hands
hij/zij/het geeft door
» meer vervoegingen van doorgeven
he/she/it hands
hij/zij/het levert over
» meer vervoegingen van overleveren
afdragen
he/she/it hands
hij/zij/het brengt op
» meer vervoegingen van opbrengen
aangeven
toesteken
he/she/it hands
hij/zij/het reikt aan
» meer vervoegingen van aanreiken
Voorbeelden in zinsverband
Hands up!
Handen omhoog!
Wash your hands.
Was je handen.
Let's shake hands.
Laten we handen schudden.
More kids, more hands.
Meer kinderen, meer handen.
They held hands.
Ze hielden elkaars handen vast.
Wash your hands with soap.
Was je handen met zeep.
Take your hands off me!
Haal je handen van me af!
Wash your hands before eating.
Was je handen voor het eten.
Wash your face and hands.
Was je gezicht en je handen.
The devil finds work for idle hands.
Ledigheid is des duivels oorkussen.
Your hands need to be washed.
Je handen moeten gewassen worden.
Hold the vase with both hands.
Hou de vaas met beide handen vast.
Why are you holding my hands?
Waarom hou je mijn handen vast?
He shook hands with the famous singer.
Hij schudde de hand van de beroemde zanger.
You need to wash your hands.
Je moet je handen wassen.